1.1 

natuurlijke hulpbronnen : stoffen die in de natuur voorkomen en winstgevend zijn zoals : water, hout, ijzererts en rubber. energiebronnen : aardgas, aardolie, wind en de zon.fossiele brandstoffen : energiebronnen die zijn ontstaan uit resten van dode planten en dieren, zoals : aardolie steenkool en aardgas.reservoirgesteente : laag gesteente van organisch materiaal.niet-hernieuwbare hulpbronnen : energiebronnen die uiteindelijk op gaan. voorbeeld : fossiele brandstoffenhernieuwbare hulpbronnen : energiebronnen die (bijna) onuitputtelijk is. voorbeeld : zon en wind energie

 

1.2

watervoetafdruk : het totale waterverbuik van en persoon, een land of een bedrijf.

waterbalans : de verhouding tussen wateraanvoer en afvoer in een gebied dnoemen we de waterbalans.

drainage : het afvoeren van water uit de bodem over en door de grond, met als gevolg het verlagen van het grondwaterpeil.

 

1.3 

zeldzame aardmetalen : 17 aardmetalen die zeldzaam zijn.

mineraal : chemische verbinding van elementen in de natuur.

ertsen : alle gesteentes die nuttige mineralen bevatten voor de mens.

delfstof : het nuttige mineraal zelf.

 

1.4 

natuurlijke dimensie : is het duurzaam voor de homo sapiens. het gaat om overleven.

economische dimensie : is het economisch effiecient voor de producent en consument. het gaat om samenwerken.

politieke dimensie : is het eerlijk verdeeld voor de burger. het gaat om samen delen.

culturele dimensie : heeft het betekenis voor de mens. het gaat om samenwerken .

 

1.5

ecologische voetafdruk : alle comsumptie in een land omgerekend naar de oppervlakte die voor de productie voor de productie ervan nodig is.